Gezond sporten
Het Vlaamse sportbeleid zet volop in op een actieve ‘gezond sporten’-attitude bij de Vlamingen en promoot ethiek in de sport. Gezond en ethisch sporten zijn zeer verwante thematieken. Het gaat telkens om sporten op een verantwoorde en verantwoordelijke manier, waar zorg wordt besteed aan iemands fysieke en psychische integriteit, maar ook aan maatschappelijke verantwoordelijkheid en sociaal welzijn. De sport en de sporter staan daarbij centraal. Gezond en ethisch sporten moeten dan ook geïntegreerd deel uitmaken van alle initiatieven tot sportbeoefening, de organisatie van de sport en het sportbeleid.
Decreet Gezond en Ethisch Sporten
De juridische basis voor het beleid rond gezond en ethisch sporten wordt gevormd door het decreet van 20 december 2013 inzake gezond en ethisch sporten (GES-decreet). Dit decreet vervangt het decreet van 13 juli 2007 inzake medisch en ethisch verantwoorde sportbeoefening. Het GES-decreet is op 30 april 2014 in werking getreden en vanaf 1 januari 2015 wijzigden ook de opdrachten voor sportorganisaties (i.c. sportfederaties) op het vlak van gezond sporten.
Het 'kaderdecreet' vertrekt vanuit vier centrale uitgangspunten:
- Respecteren en stimuleren van autonomie en responsabiliseren van de sportgemeenschap;
- Maximaal ondersteunen en faciliteren als overheid (bijvoorbeeld via informatie, kennis en expertise);
- Bewaken van stroomlijning en kwaliteit;
- Nemen van sturende maatregelen als laatste optie om problemen corrigerend aan te pakken.